De bestandsextensie PAT staat voor "Pattern", wat vertaald wordt als "Patroon". Een passende benaming, aangezien je met PAT-bestanden in Photoshop precies dat kunt creëren: patronen.

Het principe: In deze bestanden worden meestal kleine beeldstructuren ingebed, die je binnen enkele klikken op grotere oppervlakken steeds opnieuw aan elkaar kunt toevoegen, waardoor een textuur, een patroon ontstaat. Vaak zijn de patronen zo ontworpen dat er naadloze overgangen ontstaan tussen de individuele patroonelementen.

Op TutKit.com vind je verschillende patroonvoorbeelden voor Photoshop, bijvoorbeeld met ornamenten. We laten je hieronder zien hoe je de patronen importeert en toepast.

Photoshop-patronen importeren

In Photoshop is er een bibliotheek met patronen die je zelf kunt uitbreiden. Nieuwe patronen kun je op drie manieren importeren. Start daarvoor eerst Photoshop.

  • Optie 1: Dubbelklik op een PAT-bestand. Hierdoor wordt het patroon (zonder dat je het direct merkt) toegevoegd aan je patronenbibliotheek.
  • Optie 2: Open via Venster>Patronen je patronenbibliotheek. In het kleine menu in de rechterbovenhoek van het geopende venster vind je de functie Patroon importeren … Selecteer op je computer de PAT-bestanden die je wilt importeren en klik op Laden.
  • Optie 3: Dubbelklik in een geopend Photoshop-bestand op een laag om het venster Laagstijl te openen. Kies daar de optie Patroon overlay. Hier vind je in het veld Patroon: ook je patronenbibliotheek. Vouw deze uit met het pijlsymbool. In het kleine menu in de rechterbovenhoek van het geopende venster vind je de functie Patroon importeren … Selecteer op je computer de PAT-bestanden die je wilt importeren en klik op Laden.

Oppervlakken vullen met de patroonoverlay van Photoshop met patronen

Deze methode is geschikt om lagen over het volledige oppervlak van een patroon te voorzien. Het biedt ook het voordeel dat je eenmaal gemaakte patronen achteraf kunt aanpassen:

  1. Dubbelklik op de laag die je met een patroon wilt vullen, om het venster Laagstijl te openen en kies daar de optie Patroonoverlay. Je vindt deze ook achter het fx-symbool van de laagstijl.
  2. Selecteer het gewenste patroon uit je patronenbibliotheek onder Patroon:.
  3. Pas instellingen aan zoals Vulmethode, Dekking en Schaal.
  4. Klik op OK.

Als resultaat is je laag nu toegewezen met een patroonoverlay, die je in de Lagen op elk moment kunt tonen en verbergen of opnieuw kunt aanpassen door dubbel te klikken.

Oppervlakken vullen met het vulelement van Photoshop met patronen

Deze methode is ook geschikt voor het vullen van volledige oppervlakken, maar ook voor het vullen van deeloppervlakken:

  1. Markeer op je laag met een selectiegereedschap (bijv. Rechthoekige selectie of Lasso) de gebieden die je met een patroon wilt vullen.
  2. Activeer het Vulelement (Sneltoets G).
  3. Kies in het contextmenu van het vulelement in plaats van Patroon.
  4. Selecteer het gewenste patroon uit je patronenbibliotheek.
  5. Klik in een door jou gemarkeerd gebied om de oppervlakken met het patroon te vullen.

Onze beste patronen voor Photoshop om te downloaden vind je hier:

736,834,847,792

Gebruik Photoshop-patronen (Pattern) in PAT-formaat voor het textureren van grote oppervlakken.