Naast de daadwerkelijke pagina's van je ontwerp, heb je in InDesign ook zogenaamde Masterspreads tot je beschikking. Deze zijn vooral belangrijk bij documenten met meerdere pagina's.
Masterspreads voor terugkerende ontwerpelementen
Bijvoorbeeld bij brochures of kranten kunnen er ontwerpelementen zijn die op meerdere pagina's of zelfs het hele document voorkomen. Of elementen die alleen zichtbaar moeten zijn op een deel van je totale aantal pagina's. Door het gebruik van masterspreads hoeven deze terugkerende ontwerpelementen niet telkens opnieuw te worden aangemaakt voor elke afzonderlijke pagina.
In plaats daarvan worden ze eenmaal aangemaakt op een masterspread. Door de masterspread toe te wijzen aan de pagina's van een document, verschijnen de ontwerpelementen vervolgens op deze toegewezen pagina's. Als je wijzigingen aanbrengt op de masterspread, worden deze wijzigingen doorgevoerd op alle toegewezen pagina's.
Je kunt meerdere masterspreads aanmaken, bijvoorbeeld voor verschillende hoofdstukken binnen een brochure. Bovendien geldt dat aan elke pagina altijd een masterspread is toegewezen.
Masterspreads bewerken in InDesign
Als je een ontwerpsjabloon van ons bewerkt, bekijk dan de voorbereide masterspreads. Vooral bij uitgebreide documenten met meerdere pagina's vind je mogelijk masterspreads met ontwerpelementen.
Je merkt dat we masterspreads voor het ontwerp gebruiken wanneer je bepaalde ontwerpelementen op de pagina's niet rechtstreeks kunt bewerken. Hun inhoud is vergrendeld. Om ze toch aan te passen zoals je wilt, open je via Venster> Pagina's het Pagina-paneel. Selecteer daar een masterspread door er dubbel op te klikken om deze te bewerken.
Welke masterspread aan welke pagina is toegewezen, kun je zien aan de benamingen in de rechterbovenhoek van de pagina-symbolen. Om een masterspread aan een pagina toe te wijzen, sleep je de masterspread naar een pagina-symbool. Kies als alternatief Rechtsklik op het miniatuurpictogram van je pagina en klik op de optie Masterspread toepassen op pagina's ...