In deze tutorial maak je kennis met vier geavanceerde tekstfuncties in Google Sheets. Vaak heb je gegevens die niet in de gewenste vorm staan en daarom moet je ze bewerken en aanpassen. Met behulp van deze functies kun je je tekstgegevens transformeren en deze geschikt maken voor je specifieke behoeften.
Belangrijkste inzichten
Je leert hoe je de GROOT- en KLEIN-functies gebruikt om tekst om te zetten in hoofdletters of kleine letters, hoe je met de VERVANGEN-functie karakters in je tekstgegevens kunt vervangen, hoe je met de VERWIJDEREN-functie overbodige spaties kunt verwijderen en hoe de VERVANGEN-functie werkt om specifieke woorden in een tekst te vervangen.
Stapsgewijze handleiding
Stap 1: Gebruik van de GROOT-functie
Laten we eerst naar de GROOT-functie kijken, waarmee je een tekenreeks in hoofdletters kunt omzetten. Je hebt een lijst met deelstaten in Duitsland die je in hoofdletters wilt omzetten. Je voert de volgende formule in cel F3 in:
=GROOT(B3)
Hier is de schermafbeelding die laat zien hoe de functie wordt toegepast:
Je kunt deze formule ook naar beneden slepen om automatisch de andere items in de lijst te verkrijgen.
Stap 2: Gebruik van de KLEIN-functie
Nu willen we het tegenovergestelde bereiken en dezelfde gegevens in kleine letters presenteren. Om dit te doen, gebruik je de KLEIN-functie, die je als volgt invoert in cel F6:
=KLEIN(B3)
Vervolgens kun je deze formule ook naar beneden slepen om alle andere gegevens in kleine letters om te zetten.
Stap 3: Gebruik van de VERVANGEN-functie
Laten we nu kijken naar de VERVANGEN-functie. Deze functie stelt je in staat om een specifiek karakter in een tekst te vervangen door een ander karakter. Dit is vooral handig als je bijvoorbeeld van het ene specifieke teken naar het andere wilt overschakelen. Om de functie te gebruiken, ga je naar cel F10 en voer je het volgende in:
=VERVANGEN(B3; "ö"; "Ö")
Hier kun je het teken dat je wilt vervangen tussen aanhalingstekens zetten en je gewenste nieuwe teken toevoegen. Deze schermafbeelding laat zien hoe de VERVANGEN-functie wordt toegepast:
Zorg ervoor dat je voor elk specifiek geval het juiste teken vervangt.
Stap 4: Gebruik van de VERWIJDEREN-functie
In de volgende stap bekijken we de VERWIJDEREN-functie, die bedoeld is om spaties in een tekst te verwijderen. Je voert eenvoudig de volgende formule in cel F12 in:
=VERWIJDEREN(B3)
Nadat je de formule hebt ingevoerd, sleep je deze naar beneden zodat de spaties in alle daaropvolgende cellen worden verwijderd.
Stap 5: Gebruik van de VERVANGEN-functie
Als laatste stap bekijken we de VERVANGEN-functie, waarmee je een specifiek woord in een tekstreeks kunt vervangen door een ander. Stel dat je het woord "goed" in een voorbeeldtekst door "slecht" wilt vervangen. Je begint door de functie in cel F16 in te voeren:
=VERVANGEN("De omzet in het jaar 2020 was erg goed"; 20; 4; "slecht")
Hier geef je de oorspronkelijke tekenreeks, de positie waar de vervanging moet beginnen, het aantal te vervangen tekens en het nieuwe woord aan. Deze schermafbeelding laat zien hoe de functie wordt toegepast:
In deze sessie heb je de verschillende tekstfuncties in Google Sheets geleerd, waaronder GROOT, KLEIN, VERVANGEN, VERWIJDEREN en VERVANGEN.
Samenvatting
In deze tutorial heb je geleerd hoe je geavanceerde tekstfuncties in Google Spreadsheets kunt gebruiken om gegevens te bewerken en aan te passen. De gepresenteerde functies verbeteren zowel je efficiëntie als je flexibiliteit bij het werken met gegevens in je Google Spreadsheets.