De zetspiegel is de basis voor elk professioneel ontwerp en definieert de positie en grootte van het tekst- en beeldgebied binnen een pagina. In Adobe InDesign kun je de zetspiegel nauwkeurig instellen om een harmonieus en goed leesbaar ontwerp te garanderen. Of het nu voor boeken, tijdschriften of brochures is - de juiste zetspiegel zorgt voor een duidelijke structuur en een esthetisch resultaat. In deze gids laat ik je stap voor stap zien hoe je de zetspiegel instelt en aanpast aan de eisen van je project. Laten we beginnen en je ontwerp de perfecte basis geven!
Als je InDesign opent, krijg je eerst (als het niet verborgen is) het welkomstscherm te zien.
Klik hier op Nieuw maken>Document.
Als het welkomstscherm verborgen is, ga je via het menu Bestand>Nieuw>Document of - het snelst - via Ctrl+N.
Er opent nu een dialoogvenster waarin je de basisinstellingen voor het beoogde medium (voor scherm- of afdrukuitvoer), het voorlopige aantal pagina's, het formaat en het aantal kolommen en de paginamarges kunt instellen.
Geef dus het aantal pagina's van je document op. Je kunt later nog steeds gemakkelijk pagina's toevoegen of overbodige verwijderen. Als de pagina's zoals in een boek of een brochure tegenover elkaar moeten staan, activeer dan het selectievakje Dubbele pagina's.
In het keuzemenu voor het Paginaformaat vind je verschillende vooraf gedefinieerde standaardformaten voor zowel afdruk- als schermweergave. Je kunt ook je eigen aangepaste formaat invoeren.
Daarnaast vind je knoppen voor de oriëntatie in Staande of Liggende stand. Als de tekst in twee of meer kolommen moet staan, stel je dat hieronder in, evenals de Afstand die de kolommen tot elkaar moeten aanhouden.
Bij de instellingen voor Marges en Afloop is eerst het slotpictogram geactiveerd, wat ervoor zorgt dat de aanpassing van de instelling van een gebied (boven, onder, links of rechts) gelijkmatig van invloed is op de andere gebieden. Om verschillende waarden in te stellen, moet je daarom de koppeling met een klik deactiveren.
Als het document bedoeld is voor afdrukken, kan de Afloop ook worden ingesteld nadat je op Meer opties hebt geklikt.
Dit is nodig wanneer lay-outelementen zoals afbeeldingen of kleurvlakken direct aan de rand van de pagina staan. Om te voorkomen dat door minimale toleranties later witte papieroppervlakken aan de randen te zien zijn, moeten deze elementen voorbij de papiergrens worden geplaatst tot aan de aflooplijn (meestal 3 mm rondom) (zie vorige schermafbeelding).
Als je deze instellingen ook voor toekomstige nieuwe documenten wilt gebruiken, kun je ze permanent opslaan. Klik hiervoor op Voorkeur opslaan en geef er een naam aan.
Als je nu een nieuw document wilt maken, vind je in het keuzemenu Documentvoorkeur naast de standaardvoorkeuren ook degene die je zojuist hebt aangemaakt.
Zijn alle instellingen klaar, dan opent met een klik op OK het nieuwe document.
De verschillend gekleurde lijnen hebben de volgende betekenis:
• De buitenste rode omtrek geeft de afloop aan.
• De zwarte omtreklijn geeft het eigenlijke documentenformaat aan.
• De magentakleurige lijnen markeren de paginamarges op de pagina en de paarse zijn hulplijnen voor kolommen.
Voor een overzicht open je ook het Paginapalet (F12). Hier zie je de aangemaakte pagina's in een voorbeeld met de markering A in het bovenste buitenste gebied. Dit betekent dat het kopieën zijn van de A-masterpagina (in het bovenste deel van het Paginapalet), die de zojuist gemaakte instellingen hebben gekregen.
Als je merkt dat je deze instellingen nog wat wilt aanpassen, dan is dat geen probleem:
Om de paginamarges en kolome-instellingen achteraf te wijzigen, ga je via het menu Indeling>Marges en kolommen.
Maar let op: Om wijzigingen in deze instellingen van invloed te laten zijn op alle pagina's in het document, moet je eerst naar de masterpagina in het Paginapalet gaan - bij dubbele pagina's moeten zowel links als rechts gemarkeerd zijn - anders heeft de aanpassing alleen betrekking op de momenteel gemarkeerde pagina. Klik daarom het beste niet op de masterpagina zelf om te markeren, maar op de naastgelegen aanduiding A-masterlay-out.
Met het menu Bestand>Document instellen (of de sneltoets Ctrl+Alt+P) kun je achteraf het Aantal pagina's, het Formaat en de Afloop wijzigen.
Dit heeft dan ook invloed op alle pagina's op dezelfde manier.
Na deze voorbereidingen kan het ontwerp beginnen.
