Voorbeeldpagina's zijn een onmisbare tool in Adobe InDesign om consistente en tijdbesparende lay-outs te maken. Ze stellen je in staat om ontwerpelementen zoals kopteksten, paginanummers of terugkerende afbeeldingen centraal te ontwerpen en automatisch toe te passen op meerdere pagina's. In deze handleiding laat ik je stap voor stap zien hoe je voorbeeldpagina's maakt, bewerkt en effectief gebruikt in je document om professionele en consistente lay-outs te creëren. Laten we beginnen en het potentieel van voorbeeldpagina's ontdekken!
Nadat je een nieuw leeg document hebt aangemaakt, open je met F12 het pagina's palet. Daarin zie je miniatuurweergaven van de nog lege pagina's. Alle pagina's hebben de letter A als symbool dat ze kopieën zijn van voorbeeldsjabloon A. Deze voorbeeldsjabloon zelf bevindt zich bovenaan het pagina's palet.
Als je nu van plan bent om verschillende elementen zoals tekstkaders en paginanummers op alle pagina's van het document te plaatsen, gebeurt dit op de voorbeeldpagina. Alle pagina's in het document die gebaseerd zijn op de voorbeeldpagina zullen dan hetzelfde uiterlijk hebben. Wijzig je later iets aan de voorbeeldsjabloon, dan zullen alle pagina's dienovereenkomstig veranderen.
Om nu aan de slag te gaan, dubbelklik je op de linker voorbeeldpagina. Als eerste maak je een tekstkader aan dat alle pagina's moeten krijgen.
Trek met het tekstgereedschap een kader langs de kolomhulplijnen. Als de optie Op hulplijnen uitlijnen in het menu Weergave>Raster en hulplijnen is ingeschakeld, wordt het kader gelijkmatig uitgelijnd met de kolomhulplijnen.
Als er in het document twee kolommen zijn aangemaakt, kopieer je het kader van de eerste kolom door met één klik met het selectiegereedschap op het kleine witte vierkantje boven de rechteronderhoek te klikken.
Door deze handeling wordt de cursor een symbolische tekstuittreksel en een tekstkoppelingsymbool. Klik nu op de linkerbovenhoek van de hulplijnen voor de rechterkolom. InDesign kopieert het kader dan exact naar deze positie. Dezelfde procedure voer je ook uit voor de rechter voorbeeldpagina.
Afhankelijk van de grootte van de miniaturen in het pagina's palet, zie je daar de tekstkaders al als stippellijn. Het is het beste om tijdens dit werk de weergave in het Palettenmenu>Paneelopties in te stellen op zeer groot.
Vervolgens voeg je de paginanummers toe. Teken met het tekstgereedschap een klein kader op de plek waar ze later moeten komen te staan. Als de tekstcursor nu knippert, voeg je via het contextmenu van de rechtermuisknop met Speciale tekens invoegen>Markeringen het huidige paginanummer in met de aanduiding A.
Aligneer het paginanummer volgens de gewenste positionering en wijs het de gewenste lettertype en -grootte toe. Wanneer deze instellingen zijn voltooid, kun je een kopie van het kader met het paginanummer verplaatsen naar de spiegelbeeldige positie van de rechter voorbeeldpagina terwijl je de Shift+Alt-toets ingedrukt houdt. Dit voorkomt het herhalen van het gehele proces.
Vervolgens voeg je aan de voorbeeldpagina's nog een koptekst toe als hoofdlijn voor de huidige onderwerpen. Creëer opnieuw met het tekstgereedschap een kader, startend vanaf de bovenste linker snijlijn (dus x en y op -3 mm) tot aan de rand van de pagina op een hoogte van 15 mm. Gebruik nu placeholder tekst voor de hoofdlijnen zoals "Hoofdthema" of "Hoofdlijn". Formatteer de tekst en aligneer deze aan de zijkant. Aangezien de tekst negatief tegen een gekleurde balk bovenaan moet verschijnen, markeer je deze en roep je vervolgens met de toetscombinatie F5 het kleurenpaneel op. Kies nu als kleur Papier.
Om een gekleurde achtergrond voor de tekst te creëren, klik je op het selectiegereedschap. Hierdoor wordt het tekstkader geselecteerd. Wijs vervolgens door te klikken in het kleurenpalet de bijbehorende kleur toe aan deze alinea.
Om dit lay-outelement ook op de rechter voorbeeldpagina te plaatsen, sleep je het weer met de Shift+Alt-toets ingedrukt naar de rechterkant. Mogelijk moet je de tekstuitlijning nog aanpassen. In het pagina's palet kun je de nieuw gecreëerde elementen van de voorbeeldpagina al op de documentpagina's zien. Ga met een dubbelklik op een pagina naar de paginaweergave. Hier zijn nu alle elementen aanwezig en de velden met de paginanummers bevatten in plaats van de aanduiding de huidige kolomnummers.
Als je een nieuwe pagina wilt toevoegen, klik dan op het overeenkomstige symbool onderaan het pagina's palet (als je er met de muis overheen gaat, wordt de functie weergegeven in een tooltip). Als je meerdere extra pagina's wilt toevoegen, is het handiger om het Palettenmenu te openen en Nieuwe pagina's invoegen te gebruiken.
Hier kunt u het aantal nieuwe pagina's benoemen en ook de pagina waarachter ze moeten worden ingevoegd. Als u twee of meer masterpagina's gebruikt, worden ze elk met een eigen letter benoemd en kunt u vervolgens de gewenste masterpagina selecteren. Met een klik op OK worden de nieuwe pagina's aan het document toegevoegd, inclusief alle elementen.
Voor bepaalde pagina's, zoals de titel-, achter- of advertentiepagina's, kunt u niets met het masterpagina-layout. Voor deze pagina's wilt u een geheel eigen, niet-terugkerend ontwerp. Daarvoor is er boven masterpagina A in het paginapalet de sjabloon [Zonder]. Sleep deze sjabloon met ingedrukte muisknop naar de titelpagina. Nu is deze weer vrij van alle elementen van de masterpagina A en kunt u meteen beginnen met ontwerpen.
Als u voor afzonderlijke hoofdstukken van een brochure afwijkende ontwerpen wilt gebruiken, is het raadzaam om hiervoor eigen masterpagina's aan te maken. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren van de achtergrond van de titel en het paginanummer en eventueel een achtergrondkleur verschillen. Om nieuwe masterpagina's te maken, selecteert u in het paletmenu van het paginabedieningspaneel de optie Nieuwe masterpagina...
Als prefix wordt de volgende vrije letter in het alfabet voorgesteld, maar u kunt ook een eigen benaming van maximaal vier tekens geven. In het veld Naam kunt u de naam van het hoofdstuk invoeren.
In het daaronder gelegen veld kunt u een al bestaande masterpagina selecteren als alleen details (zoals kleurgebruik) moeten verschillen. Als de pagina anders moet worden vormgegeven, selecteert u in het vervolgkeuzemenu de optie [Zonder]. Als het weer een dubbele pagina moet zijn, voert u een 2 in het veld Aantal pagina's.
Na een klik op OK wordt de nieuwe dubbele pagina onder de eerste aangemaakt en kunt u beginnen met ontwerpen of aanpassen. In het bovenste gedeelte van het paginapalet vindt u nu bovenaan de standaardsjabloon [Zonder], daaronder masterpagina A en daaronder masterpagina B (of de door u gegeven naam). Als de beschikbare ruimte niet voldoende is, vergroot u het paginapalet, door met ingedrukte muisknop de rechteronderhoek naar beneden te slepen. Vervolgens vergroot u het gebied voor de masterpagina's door met ingedrukte muisknop de scheidingslijn met de documentpagina's naar beneden te slepen.
Om verschillende masterpagina's visueel beter te differentiëren, biedt InDesign de optie om ze te markeren met gekleurde labels. Klik met de rechtermuisknop op de desbetreffende masterpagina (bij dubbele pagina's moeten beide worden gemarkeerd) en selecteer in het contextmenu Pagina-attributen>Kleurlabel.
Vervolgens klapt InDesign een menu uit met kleurvakken waaruit u een geschikte selecteert. Zowel de masterpagina's als de documentpagina's die op de sjabloon zijn gebaseerd, krijgen in het paginapalet vervolgens onderaan een gekleurd label en zijn zo in één oogopslag herkenbaar in hun relatie.
Vergelijkbaar met het feit dat eigenschappen van een masterpagina kunnen worden toegepast op documentpagina's, is het ook omgekeerd mogelijk om een vormgegeven documentpagina met ingedrukte muisknop in het paginapalet omhoog te slepen naar het gebied van de masterpagina's. Deze krijgt automatisch een voorvoegsel en kan vanaf dat moment als sjabloon voor documentpagina's worden gebruikt.
U kunt ook masterpagina's uit andere InDesign-documenten importeren. Klik hiervoor in het paletmenu van het paginabedieningspaneel op Masterpagina's>Masterpagina's laden.
Zoek nu het bronbestand in de bestandsbrowser. Met een dubbelklik op de bestandsnaam worden de masterpagina's geïmporteerd. Als beide documenten dezelfde namen voor de masterpagina's gebruiken, verschijnt er een waarschuwing met de optie om de pagina's met dezelfde naam te vervangen of te hernoemen. Bij hernoemen worden de te importeren masterpagina's automatisch hernoemd met het voortgaande voorvoegsel en naast de reeds bestaande geplaatst (mogelijk moet u de scheidslijn onder de masterpagina's nog iets naar beneden verplaatsen).
Om de geïmporteerde masterpagina's toe te passen op documentpagina's, markeert u deze in het paginapalet en selecteert u in het contextmenu van de rechtermuisknop de optie Masterpagina op pagina's toepassen.
In het daaropvolgende dialoogvenster selecteert u vervolgens de gewenste masterpagina. Met een klik op OK worden ze toegewezen aan de gemarkeerde pagina's.
Elementen van masterpagina's zijn vergrendeld voor bewerking op documentpagina's. Als u toch aanpassingen wilt doen voor een pagina, markeert u de pagina in het paginapalet en selecteert u in het contextmenu de optie Alle objecten van masterpagina's overschrijven (Alt+Shift+Ctrl+L).
Hierna kunnen alle objecten van masterpagina's van de betreffende pagina worden bewerkt. Wijzigingen aan de masterpagina zelf hebben echter geen invloed meer op deze pagina's. Als u na wijzigingen de staat van de masterpagina's wilt herstellen, selecteert u in het contextmenu de optie Masterpagina op pagina's toepassen.