Het vastleggen en plaatsen van tekst is een van de kernopdrachten in Adobe InDesign om professionele lay-outs te maken. Of je nu tekst handmatig invoert, importeert uit externe bestanden of bestaande inhoud aanpast - InDesign biedt je diverse tools om tekst efficiënt te integreren en vorm te geven. In deze gids laat ik je stap voor stap zien hoe je tekst vastlegt, importeert en optimaal positioneert in je lay-out. Laten we beginnen en je projecten verrijken met perfect geplaatste tekst!
1. Tekst invoegen via kopiëren en plakken
De eenvoudigste manier om tekst in een InDesign-layout in te voegen, verloopt via het klembord. Open het bronbestand, selecteer en kopieer de tekst, teken in InDesign met het tekstgereedschap een tekstkader en plak de inhoud van het klembord met Ctrl+V in.
Opgemaakte tekst behoudt daarbij zijn eigenschappen zoals lettertype en -grootte en wordt toegewezen aan het huidige alineaformaat, dat in het alineaformaat-venster een klein plusteken ontvangt als expressie voor afwijkingen.
Je kunt de tekst ook onopgemaakt invoegen via het menu Bewerken (of met Shift+Ctrl+V). De tekst krijgt dan de eigenschappen van het actieve teken- of alineaformaat. Deze vorm van plaatsen is het meest geschikt voor selectieve invoeging van alinea's.
Als er meer tekst in het klembord staat dan er in je tekstkader past, verschijnt er aan het rechteronderuiteinde van het kader het kleine rode symbool voor overvulde tekst. Normaal gesproken zou je nu handmatig nieuwe pagina's moeten toevoegen en de tekstkaders met elkaar verbinden. Dat kan behoorlijk vervelend zijn bij grotere hoeveelheden tekst. Met een kleine truc kun je echter de zaak aanzienlijk versnellen:
Nadat je de te lange tekst via het klembord hebt ingevoegd, klik je met het selectiegereedschap op het symbool voor overvulde tekst. Vervolgens vult de muisaanwijzer zich met de overtollige tekst, wat je kunt zien aan de kleine voorvertoning op de aanwijzer. Met een druk op Delete verwijder je nu het gemarkeerde tekstkader.
Vervolgens klik je met ingedrukte Shift-toets in de linkerbovenhoek van de framehulplijnen (de muisaanwijzer krijgt dan een kronkelende lijn als verbindingsymbool). InDesign genereert nu binnen deze zoveel pagina's met verbonden tekstkaders als er nodig zijn voor de gekopieerde tekst. Klaar.
2. Tekst invoegen via de Mini-Bridge
Om de volledige tekst van een bronbestand in InDesign te plaatsen, is de Mini-Bridge zeer geschikt, die je eerst via het menu Venster laat zien.
Zoek vervolgens de map met het bronbestand en sleep deze met ingedrukte muisknop naar de layoutpagina. Als je de muisknop loslaat, zie je een gevulde aanwijzer met de eerste regels tekst.
Teken vervolgens weer met ingedrukte muisknop een tekstkader op. Bij het loslaten stroomt de tekst in het kader. Hierbij behoudt de tekst de opmaak van het bronbestand. Eventueel aanwezige teken- of alinea-opmaakstijlen worden geïmporteerd. Als indicatie dat ze uit een extern document zijn geïmporteerd, krijgen ze een klein diskettesymbool in het opmaak-venster.
Om meerdere kleinere tekstblokken als een raster op de layoutpagina te plaatsen, biedt InDesign nog een elegante methode:
Selecteer eerst in de Mini-Bridge de tekstbestanden die je wilt plaatsen. Sleep ze vervolgens met ingedrukte muisknop naar de pagina. Voordat je loslaat, houd je de Shift+Ctrl-toetsen ingedrukt.
Als je vervolgens nog steeds met ingedrukte linkermuisknop de twee toetsen loslaat, krijgt de cursor zes kleine miniatuur-tekstkaders. Als je dan ook de linker muisknop loslaat, verschijnen de eerste regels tekst in de nu gevulde cursor. Met de muisknop ingedrukt teken je vervolgens een tekstkader over het hele voor de tekst bestemde oppervlak van de pagina.
Nog steeds met ingedrukte muisknop kun je met de pijl-omhoog- en pijl-rechts-toetsen het oppervlak op de gewenste X- en Y-as in hetzelfde aantal gelijke tekstframes verdelen. Het raster wordt met een gestippelde lijn ter oriëntatie weergegeven. Bij het loslaten van de muisknop stroomt de tekst van de bronbestanden in elk van de tekstframes.
3. Tekstbestand plaatsen
De klassieke manier met de beste controleopties is de import via het menu Bestand>Plaatsen (sneltoets Ctrl+D). Teken op de pagina een tekstkader. Druk vervolgens op Ctrl+D om het bronbestand te plaatsen en selecteer het in het dialoogvenster. Na een OK stroomt de tekst in het kader.
Een speciale controle-optie over de details waarmee tekst in een InDesign-document moet worden ingelezen, bieden de Importopties. Om deze weer te geven, moet je in de Plaatsen-dialoog een vinkje zetten in het daarvoor bestemde selectievakje. Vervolgens wordt voor de import een dialoogvenster getoond om verschillende opties te beheren.
Bij zuivere tekstbestanden kan het te gebruiken tekenset en het platform (Windows/Mac) evenals een woordenboek worden geselecteerd. Bovendien bestaat de mogelijkheid om alinea-einden of tussen alinea's en door spaties gegenereerde tussenruimtes te verwijderen.
Bij geformatteerde brongegevens zoals bijvoorbeeld Word- of RTF-bestanden verschijnt een iets gedifferentieerder importdialoogvenster. Hier kan worden besloten over te importeren bestandsinhouden zoals indextekst of voetnoten, evenals afbeeldingen. Bijzonder interessant is de gestuurde import van teken- en alineaformaten.
Dit kan automatisch gebeuren of indien nodig worden aangepast. Bij gelijkluidende namen kan ook van tevoren worden besloten hoe met resulterende conflicten moet worden omgegaan.
Bevat InDesign bewust gelijkluidend ingerichte formaten, dan zou men ook de indeling van het formaat moeten gebruiken. Zo kan de verschillende interpretatie bijvoorbeeld van opsommingen in Word en InDesign met één klik met ingedrukte Alt-toets op de gewenste teken-, of alineaformaat-sjabloon in het overeenkomstige bedieningspaneel worden opgelost.
4. Tekststroom
Als bij het plaatsen een tekstkader met de muis wordt getrokken, waarin vervolgens de inhoud van de gevulde muiscursor stroomt, en de beschikbare ruimte niet voldoende is, verschijnt rechtsonder het tekstkader een klein rood vakje. Dat is het teken voor overschrijvende tekst.
Klik met het selectiegereedschap erop, zodat de muiscursor weer met tekst wordt gevuld. Trek vervolgens op de volgende pagina een nieuw tekstkader. Wanneer je loslaat, stroomt de tekst van het eerste naar het tweede kader.
De verbindingen (verknopingen) van de tekstkaders onderling kunnen worden weergegeven wanneer je het tekstkader markeert en via het menu Beeld>Extra's>Tekstverknopingen tonen. Vanaf het einde van elk kader loopt een lijn naar de volgende.
Om de verbinding tussen twee tekstkaders te verbreken, klik je met het selectiegereedschap op het bovenste linker vakje van het tekstkader van de pagina die moet worden losgekoppeld. De muiscursor wordt dan gevuld met tekst.
Klik je nu hiermee in het tekstkader van de vorige pagina, dan wordt de tekststroom onderbroken en wordt er overschrijvende tekst weergegeven. Je kunt ook een of meerdere pagina's overslaan (bijv. voor advertenties) en de tekst pas daar weer verknopen.
Bij het plaatsen van langere teksten biedt InDesign de mogelijkheid automatisch het benodigde aantal pagina's aan te maken. Houd bij het invoegen met het selectiegereedschap de Shift-toets ingedrukt (de gevulde muiscursor krijgt dan een zigzaglijn als koppelingsymbool) en klik in de linkerbovenhoek van het eerste tekstkader. De tekst stroomt nu binnen en er worden zoveel nieuwe pagina's met gekoppelde tekstkaders gemaakt als nodig is.
